Reflections

Reflectie semester 1

In de rol van Intellectueel

Naast het volgen van het vak de ‘Schrijfacademie’ volgde ik in de eerste periode het vak ‘Inleiding tot de Cognitiewetenschap’, van de opleiding Kunstmatige Intelligentie. Dit vak houdt zich bezig met de samenhang van verschillende gebieden binnen de wetenschap en cognitiewetenschap heeft dan ook verschillende onderzoeksmethoden. Het vak verklaart aan de hand van allerlei wetenschappen hoe cognitiewetenschap ontstaan is en welke methoden er allemaal gebruikt kunnen worden om maatschappelijke fenomenen te verklaren.

In de tweede periode heb ik het vak ‘Introductie gedragswetenschappen’ gevolgd en bij dit vak onderzocht ik de verschillende takken in de psychologie die hele verschillende uitgangspunten en onderzoeksmethoden hebben. Bij het ene veld in de psychologie is experimenten doen belangrijk, terwijl bij een ander veld intuïtie het belangrijkste middel is. Zowel bij cognitiewetenschappen als bij gedragswetenschappen is het idee het vinden van samenhang tussen verschillende takken in de wetenschap. Allebei de vakken onderzoeken gedrag en besteden veel aandacht aan emoties, en zijn dan ook voor een deel gelijk aan elkaar. Ze verklaren beide voor een deel hetzelfde gedrag, maar met behulp van verschillende methodes. Uiteraard ligt dit aan het feit dat de verschillende gebieden andere uitgangspunten hebben en ook andere motivatie hebben voor het verklaren van bepaald gedrag. Ik heb bij deze vakken dan ook geleerd dat er niet maar een bepaalde juiste manier bestaat van iets verklaren of uitleggen, dat voor verschillende mensen de ene verklaring ook logischer is dan de ander en de wereld gekleurd wordt door iemands eigen perceptie van de wereld.

Bij gedragswetenschappen moest ik daarnaast een paper schrijven waarin twee verschillende takken van de psychologie moesten worden vergeleken, hierbij heb ik veel gehad aan de ‘Schrijfacademie’ waar ik al interdisciplinair schrijven had geleerd. Het laatste vak dat ik heb gevolgd in de tweede periode is ‘English literature and culture’, waarbij de Engelse cultuur veel aan bod kwam en ik dit moest verbinden met een roman door het schrijven van een essay. Dit is een andere richting dan de andere twee vakken en ook moeilijk te vergelijken met dezen. Enige vorm van samenhang zit echter wel bij dit vak, aangezien een aantal verschillende genres in hetzelfde boek een heel verhaal vormden. De 3 vakken die ik in het eerste semester heb gevolgd zoeken alle drie samenhang in het gebied waarin zij onderzoek doen, al is het bij ‘English literature and culture’ op een heel ander soort manier dan bij gedragswetenschappen en cognitiewetenschappen.

In de rol van de Onderzoeker

Bij het vak ‘Inleiding tot de Cognitiewetenschappen’, wat ik in de eerste periode heb gevolgd, heb ik geleerd hoe een onderzoek gedaan moet worden. Hierbij moest ik, in een groepje, allereerst een onderzoeksvoorstel doen, wat inhield dat wij ons onderzoek aan de rest van de werkgroep moesten presenteren voordat het onderzoek gedaan werd. Hierna voerden wij het onderzoek uit en moesten enerzijds een posterpresentatie geven en anderzijds een onderzoeksverslag schrijven. Door al deze stappen te volgen, kregen wij een beeld van hoe het is om een onderzoek uit te voeren in de psychologie. Vooral het presenteren van een onderzoeksvoorstel liet goed zien waaraan een onderzoek voordat het uitgevoerd mag worden moet voldoen wil het goedgekeurd worden. De posterpresentatie had ik nog nooit eerder gedaan en was eigenlijk makkelijker dan een gewone presentatie geven, wat wij ook veel bij dit vak moesten doen. Een presentatie geven heb ik nooit echt heel makkelijk gevonden, maar bij de posterpresentatie voelde ik mij eigenlijk trots op het onderzoek dat wij hadden uitgevoerd en de resultaten die daaruit kwamen. Daarnaast was het presenteren voor kleinere groepen ook makkelijker. Het onderzoeksverslag schrijven was een ander verhaal, het schrijven van dit verslag vond ik erg lastig en onduidelijk. Sindsdien heb ik niet nog een keer een onderzoeksverslag kunnen schrijven, maar ik zou het wel graag beter onder de knie willen krijgen.

In dezelfde periode volgde ik de ‘Schrijfacademie’, wat zich meer richtte op het schrijven van essays. Dit ging naarmate het blok verder vorderde, veel beter. Aan het einde van het blok vond ik het zelfs jammer dat er geen essays meer geschreven zouden worden. Gelukkig mocht ik in de tweede periode bij het volgen van het vak ‘English literature and culture’ een essay schrijven over een roman. Uiteraard was dit essay erg anders dan wat ik in de ‘Schrijfacademie’ had geleerd, maar de ‘Schrijfacademie’ hielp voor mij wel om het essay te schrijven. Ik legde, naar mijn idee, veel sneller verbanden tussen artikelen en de roman en ook tussen de verschillende delen van de roman. Bij ‘English literature and culture’ moest ik naast het schrijven van een essay ook een presentatie geven. Deze presentatie gaf ik in mijn eentje, in het Engels. Dit was nieuw voor mij en ik heb daarom veel geoefend met het geven van de presentatie. Uiteindelijk ging de presentatie goed en lukte het mij zelfs aan het einde van de presentatie vragen te beantwoorden van medestudenten.

In de tweede periode volgde ik verder ook het vak ‘Introductie gedragswetenschappen’, waarbij ik met een groepje een presentatie moest geven en een paper moest schrijven met een medestudent. Het geven van de presentatie was niet voor een cijfer, maar was onderdeel van de cursus zodat medestudenten het betreffende hoofdstuk beter zouden begrijpen. Aangezien de presentatie niet voor een cijfer was, was het voor mij makkelijker de presentatie te geven. Ik had in de eerste periode al meerdere presentaties moeten geven, waardoor het geven van presentaties daarbij steeds minder eng is geworden. Bij het schrijven van de paper heb ik veel gehad aan de ‘Schrijfacademie’, waarbij ik voornamelijk geleerd heb verbanden te leggen. De paper moest namelijk een maatschappelijk probleem beschrijven aan de hand van twee benaderingen die wij in de cursus hadden geleerd. Bij de paper moesten wij de twee benaderingen apart beschrijven en daarnaast ook verbanden leggen tussen de benaderingen. Aan de ene kant bleef dit moeilijk omdat de verbanden die gelegd moesten worden, erg anders waren dan de verbanden die gelegd werden in de ‘Schrijfacademie’, maar aan de andere kant denk ik dat het moeilijker was geweest had ik de ‘Schrijfacademie’ niet gevolgd.

In de rol van de Professional

Tot nu toe is voor mij Liberal Arts and Sciences een zeer goede studiekeuze geweest. Ik vind het prettig zelf vakken te kunnen kiezen, ook al is het soms moeilijk mocht ik een vak niet leuk vinden ermee door te gaan.

De keuzes maken met welke vakken ik wil kiezen voor de volgende periode gaan mij tot nu toe ook wel makkelijk af. Het vak ‘Introductie gedragswetenschappen’ van de tweede periode had ik gekozen, omdat ik wilde weten of ik ook de wat meer sociale psychologie interessant zou vinden. Het vak ‘Inleiding tot de Cognitiewetenschappen’ van de eerste periode en het vak ‘English Literature and Culture’ heb ik bewust gekozen voor mijn hoofdrichting. Ik wilde weten hoe ik deze vakken zou vinden, aangezien ik altijd in gedachten heb gehad dat ik iets met literatuur en iets met psychologie wil gaan doen. Mijn hoofdrichtingskeuze wordt vandaar ook steeds makkelijker, het liefste zou ik eigenlijk psychologie en literatuur met elkaar verbinden. Eerst had ik het idee zelf hiermee een hoofdrichting te creëren, maar hiervoor moet ik toch nog zekerder weten welke richting ik precies op wil met mijn hoofdrichting en wat ik precies later wil gaan doen. Hierdoor heb ik nu meer het idee dat ik beter twee hoofdrichtingen kan kiezen. Deze twee hoofdrichtingen zouden dan Moderne Letterkunde en Cognitieve en Neurobiologische Psychologie worden. In de derde periode heb ik vanwege het feit dat ik al aanzienlijk zeker wist welke hoofdrichting ik op zou gaan, twee vakken gekozen die niet per sé meehielpen in mijn keuze voor mijn hoofdrichting. De twee vakken heb ik gekozen omdat ik benieuwd was naar het vakgebied, die allebei erg anders zijn dan het gebied waar ik naartoe wil.

Het vak ‘English Literature and Culture’ beviel mij minder goed dan ik in eerste instantie had gedacht, ik miste enige samenhang binnen het vak aangezien er veel losse elementen werden geoefend. Nadat ik door had dat het vak mij niet beviel, was het wel lastig nog door te gaan met alles wat het vak inhield, vooral omdat met veel van de geleerde stof niks meer gedaan zou worden. Ik heb mij hierbij dan vooral gericht op het afsluitende essay en de presentatie die gegeven moesten worden. Het essay vond ik, naderhand gezien, uiteindelijk wel interessant om te schrijven en ben dan ook blij dat ik hiervoor wel goed mijn best heb gedaan waardoor ik het vak voldoende heb kunnen afronden.

Ik heb in de loop van dit jaar steeds meer gemerkt dat ik erg hoge eisen aan mezelf stel en dat het veel moeite kost die eisen ook te halen. Uiteraard is er niks mis mee hoge eisen te stellen, daar word ik alleen maar beter van, maar het brengt mij meestal alleen maar stress. Het werkt voor mij beter veel en kleinere doelen te stellen, zodat ik mij houd aan mijn eigen schema. Zo voel ik mij prettig als ik alle doelen voor een dag behaald heb. Het stellen van deadlines werkt voor mij ook goed, tot die conclusie kwam ik bij de ‘Schrijfacademie’, waar we om de week iets moesten inleveren.

Het veel schrijven en lezen is altijd van belang geweest voor mij. Het is voor mij erg prettig op te schrijven waar ik mee bezig ben en wat ik over iets denk of voel. Het lezen van boeken werkt voor mij erg relaxend en is iets wat ik altijd heb gedaan en ik denk dat het willen volgen van de hoofdrichting Moderne Letterkunde veelal daaruit voortkomt. Ook de andere hoofdrichting heeft hier wel zijn wortels, door het opschrijven wat ik zelf over iets voel begrijp ik meer wat er in mijzelf omgaat en ik heb altijd willen weten hoe de hersenen werken en in elkaar zitten.